Topsportpaarden reizen de wereld rond in luxe-vrachtwagens met airconditioning of vliegen ‘even’ op-en-af naar de USA om een spring- of dressuurwedstrijd te lopen. Voor deze paarden die zelf ettelijke euros waard zijn (cf. de zwarte dressuurhengst Totilas die in 2011 jaar volgens ingewijden voor ongeveer 15 miljoen euro verkocht is), valt de kostprijs van een dergelijk transport te relativeren en is het in de wereld van de sportpaarden al lang niet meer abnormaal.
Als het echter om trekpaarden gaat... waarvan de verkoopprijs zelfs bij de echte toppers nog geen tiende (en meestal veel, véél minder) bedraagt, is een transport van duizenden kilometers en in het geval van luchttransport een kost van minstens 8000 euro veel moeilijker te vatten.
En toch gebeurt het! Eerder uitzonderlijk, en zeker sinds de economische crisis is de verkoop naar contreien als Amerika volledig stilgevallen in tegenstelling tot de tien jaar daarvoor.
De verhalen over de roemrijke geschiedenis van het Belgisch trekpaard en de fokkerij die floreert mede dankzij de exuberante bedragen die door buitenlandse kopers worden betaald, zijn alom bekend. Vanaf 1830 wordt in België de (koudbloed)paardenfokkerij vanuit de overheid gesteund waardoor de fokkerij wordt gestimuleerd en de kwaliteit van de trekpaarden met grote sprongen vooruit gaat. Al snel komt belangstelling vanuit het buitenland met als eerste en grootste afnemers Duitsland en Frankrijk.
Volgens sommige bronnen worden er al in 1854 ook naar de Verenigde Staten trekpaarden uitgevoerd. Het is echter vooral na de successen die de Belgische Trekpaarden boeken op de internationale prijskampen van Parijs, Londen, Hannover en Amsterdam van 1878 tot 1884, dat de export naar Amerika exponentieel groeit. Het transport, toen nog per stoomboot, duurt dan minstens veertien dagen.
Rond 1900 bedraagt het aantal paarden dat jaarlijks wordt geëxporteerd naar de V.S. maar liefst 1600 stuks. Deze uitvoer brengt fortuinen op en op sommige grote bedrijven vormen de trekpaarden de hoofdbron van inkomsten en zijn de eigenlijke landbouwactiviteiten slechts bijzaak. Na de Tweede Wereldoorlog moet de volledige Amerikaanse trekpaardenstapel echter voorgoed worden ingekrompen als gevolg van de mechanisering.
Vanaf 1940 evolueert het ‘Belgisch trekpaard’ in Amerika naar een groter, smaller en lichter type. Het is er gekend onder de naam ‘Belgian’ en heeft meestal de kleur vos, hier bekend onder de naam ‘Vlaams Paard’. In 1999 sticht de Amerikaanse Karen Gruner de “American Brabant Association” om het Belgisch Trekpaard terug onder de aandacht te brengen en liefhebbers te groeperen. Onder haar stimulans worden in België en Nederland verschillende veulens aangekocht en geïmporteerd.
De laatste jaren hebben trekpaarden vooral in de voormalige oostbloklanden een goede afzet gevonden. Ook naar Denemarken zijn heel wat trekpaarden verhuisd en is de organisatie ‘Dansk Belgisk Hesteavl’ het officiële dochterstamboek. Een goede samenwerking met de Nederlandse stamboekvereniging maakt dat de import en export van en naar onze noorderburen geen rariteit meer vormt, maar eveneens uit onze andere buurlanden Frankrijk, Duitsland en Luxemburg komt regelmatig een bericht over onze Belgische fokproducten.
Af en toe... komt de interesse echter ook van verder, veel verder. Hieronder de verhalen van enkele trekpaarden die een nieuwe thuis hebben gevonden ‘aan de andere kant van de wereld’.
Voor export van paarden zijn er voor elk land van bestemming andere regels en vereisten. Om te beginnen moet elk paard uiteraard correct geïdentificeerd zijn (officieel paspoort, microchip en encodering in de centrale gegevensbank). Voor export/transport binnen de EU moeten paarden voor hun vertrek tevens geïnspecteerd worden door een dierenarts erkend door het FAVV en moeten ze vergezeld zijn van een identificatiedocument en een gezondheidscertificaat.
Het transport van dieren is gebonden aan een kader van strenge regels. De reistijden mogen niet te lang zijn, de paarden hebben mogelijk extra documenten nodig, het voertuig moet aan bepaalde voorwaarden voldoen enzovoort. Daarenboven moet de transporteur beschikken over een getuigschrift van vakbekwaamheid en een toelating als vervoerder - afgeleverd door de Provinciale Controle-Eenheid (PCE), en het voertuig moet gekeurd zijn door de PCE van het FAVV.
Meer informatie is te vinden op onderstaande websites:
Met dank aan alle fokkers en eigenaars voor hun medewerking. Heeft u nog verhalen, foto’s,... van (uw) Belgisch trekpaard in het buitenland, stuur ze dan naar info@trekpaard.net
Trekpaard.net is reeds jarenlang dé referentie als het over het Belgisch/Nederlands Trekpaard gaat. Met een abonnement Basic of Professional krijgt u toegang tot nog meer informatie over de trekpaardfokkerij.
Abonnement info