Merries zijn vanaf hun derde, sommige vanaf het tweede levensjaar geslachtsrijp en kunnen vruchtbaar blijven tot aan hun dood. Vanaf het moment waarop een mannelijke zaadcel de vrouwelijke eicel binnendringt en de merrie bevrucht is, duurt het zo'n elf maanden eer het veulen volgroeid is.
Meestal worden de merries in de lente gedekt en hun veulens worden dan ook in de lente van het volgende jaar geboren. Een veulen dat vroeger geboren wordt, kan last ondervinden van het slechte koude weer. Vanaf april komt er ook weer meer gras in de wei waardoor de merrie voldoende melk kan produceren.
Er zijn echter uitzonderingen, zoals de melkerijen die ook in de wintermaanden verse melk willen verkopen.
Een niet-geboren veulen groeit relatief het snelst in de laatste maand. Bij "vroege" veulens, geboren vóór april-mei, is het aan te raden om tijdens de laatste weken van de dracht de merrie wat krachtvoer bij te geven zodat zij en het veulen voldoende sterk zijn voor de geboorte. Het veulen zal dan na de geboorte sneller kunnen opstaan op zoek naar de uier.
Bij elke merrie verloopt de geboorte anders en elke merrie bereidt zich anders voor. Er zijn echter een aantal symptomen die vaak voorkomen :
Er zijn echter ook merries die geen symptomen van de nakende geboorte tonen en op het meest onverwachte moment verrassen. De geboorte van een Belgisch Trekpaard veulen is niet te vergelijken met een rijpaard. Er is meestal assistentie nodig, een goede trekkracht. Hou daarom alles goed in het oog en regel nummer één : veel geduld en het waken niet opgeven!
Er bestaan reeds zeer moderne middelen om een oogje in het zeil te houden. De meest gebruikte zijn de camera (al mag men hier ook niet te diep bij slapen) en het 'birth alarm'. Hierbij wordt een gordel, zoals een singel, rond de romp van de merrie bevestigd. De antenne seint door wanneer de merrie gaat liggen. Het nadeel is dat het slechts werkt tot een bepaalde afstand. In de handel bestaan ook nog andere, zeer gesofisticeerde en zelfs computergestuurde systemen die de eigenaar een handje moeten helpen.
Maar ook zonder deze middelen lukt het wel, een beurtrol met partner of vrienden voor het waken of … bij de merrie slapen.
Indien je merrie niet thuis veulent, maar bij vrienden weg van haar vertrouwde omgeving, is het belangrijk haar tijdig te verhuizen. Zo kan de merrie wennen aan de vreemde omgeving en mensen. Maar dit is vooral belangrijk voor de vorming van de biestmelk, de eerste melk die de merrie produceert, die antistoffen bevat tegen kiemen en bacteriën uit de omgeving. Indien de merrie kort voor het veulenen wordt verhuisd, krijgt ze niet de kans antistoffen op te bouwen tegen de ziektekiemen uit die omgeving.
In tegenstelling tot een baby krijgt het veulen geen afweerstoffen tijdens de dracht en is het hiervoor volledig aangewezen op de biestmelk. Biest is dus van levensbelang voor het veulen.
De geboorte begint wanneer de vliezen van het vruchtwater breken. Het vruchtwater in de baarmoeder omringt het veulen en dient als bescherming tegen schokken gedurende de dracht. Daarna verschijnt een witte ballonvormige blaas, de voorpootjes, het hoofd en dan de romp en achterpootjes. Zorg ervoor dat het hoofdje niet in de vliezen blijft zitten, waardoor het veulen kan stikken. De navelstreng blijft best zo lang mogelijk verbonden, want zolang kan er nog bloed van de moeder naar het veulen vloeien. Ze zou op minstens vijf centimeter van de buik van het veulen moeten afbreken en dient daarna zo snel mogelijk ontsmet te worden. Dit gebeurt meestal met joodtinctuur (jodium tinctuur). Dat heeft naast een ontsmettende ook een drogende functie waardoor het einde sneller opdroogt en verschrompelt en er geen ziektekiemen en vuil kan binnendringen.
De merrie staat best zo snel mogelijk weer recht, hierbij moet worden opgepast dat ze niet op de nageboorte gaat staan, indien nodig kan deze opgebonden worden. De nageboorte, ook wel moederkoek genoemd, moet zo snel mogelijk afkomen. Indien dit niet vanzelf gebeurt, moet binnen de zes uur de dierenarts verwittigd worden, die de nageboorte er afhaalt, zoniet zijn de mogelijke gevolgen hoefbevangenheid, ontsteking van de baarmoeder of zelfs onvruchtbaarheid.
Wanneer de nageboorte is afgekomen dient deze nog gecontroleerd te worden door de dierenarts, het kleinste stukje dat is opgebleven kan voor heel wat problemen zorgen. Daarna wordt de baarmoeder overvloedig gespoeld met ontsmet lauw water, wat best de dagen erna herhaald wordt.
De navel moet zo snel mogelijk ontsmet worden om het sluiten te bespoedigen. Ten tweede is het zeer belangrijk dat veulen zo snel mogelijk en liefst zo veel mogelijk biestmelk opneemt. Deze biestmelk bevat immers een zeer rijk gehalte aan afweerstoffen tegen allerlei ziektes. Gezien de meeste trekpaardveulens nogal zwaar zijn, is het zeker nodig om de merrie te melken en het veulen met een fles de eerste biest te geven binnen het uur na de geboorte. Let er wel op dat het veulen zelf drinkt en slikt, en dat de melk niet wordt 'binnen gegoten' en zo in de luchtpijp en vervolgens in de longen terecht komt waardoor het veulen sterft. Met deze eerste krachtvoeding zou het veulen in staat moeten zijn al snel op te staan en zelf op zoek te gaan naar de uier.
Normaal kan het veulen na een paar uur al staan en lopen, na een paar dagen kan het zijn moeder rennend bijhouden. De benen van het veulen hebben bij de geboorte 90% van hun volwassen lengte, ze zijn dus al in staat om zich snel voort te bewegen.
Jonge paarden zijn van nature nieuwsgierig en leergierig, ze onderzoeken alles wat nieuw is. Ze spelen en springen graag in de wei om hun benen te testen en op deze manier worden hun spieren ontwikkeld. Ook de zon verschaft ze de nodige versterkende vitaminen.
Een veulen van zes maanden bevindt zich in dezelfde ontwikkelingsfase als een kind van 2,5 jaar. Driekwart van de totale groei van een paard vindt tijdens het eerste levensjaar plaats.
Het paardenlichaam krijgt in het tweede levensjaar meer diepte, de achterhand wordt sterker en gespierder. Hierdoor kan het steeds sneller lopen, maar het mist nog de kracht en het uithoudingsvermogen van oudere paarden.
Een paard is volwassen wanneer het zes jaar is, het heeft dan zijn volle lengte en zijn botten zijn volgroeid.
Bronvermelding
* DE KEERSMAECKER, F.D.K., De geboorte van een veulen. Internet, 16/4/04. (www.brabantsekwekers.be)
* DE RIJCK, M.D.R., Opfok van veulens. Internet, 16/4/04. (www.brabantsekwekers.be)
* VERSTRAETE, M.V., 't Is lente… de veulens komen eraan. Infoblad K.M. Het Belgisch Trekpaard, maart 2004, p. 17-18
* Foto's geboorte: Stichting Zwing-Team, Geboorte van een veulen (fotoboek). Internet, 16/4/04. (www.zwing-team.nl)
* Tekst en foto's © Eva De Smidt
Trekpaard.net is reeds jarenlang dé referentie als het over het Belgisch/Nederlands Trekpaard gaat. Met een abonnement Basic of Professional krijgt u toegang tot nog meer informatie over de trekpaardfokkerij.
Abonnement info